Annemarie Oster over de zorg en liefde voor haar man: Mantelliefde

Annemarie Oster (81), ooit grande dame van de Nederlandse theater- en televisiewereld, populaire columniste en schrijfster, ontmoet rond haar zestigste een ietwat brutale, zelfverzekerde en charmante man. Ze vallen voor elkaar, gaan samenwonen en vijftien jaar later trouwen ze. Tijdens hun huwelijksreis verslechtert de gezondheid van haar echtgenoot. Al in de wittebroodsweken is hij afhankelijk van haar mantelzorg. In haar nieuwste boek, Mantelliefde, deelt Annemarie haar persoonlijke openhartige verhaal over de zorg en liefde voor haar man.

Tekst: Susan Moeke
Fotografie: Josje Deekens Fotografie

Thuis! januari 2024

Goed mis

Annemarie ontmoette haar man in 2000 bij kunstenaarssociëteit De Kring in Amsterdam. ‘Een studentikoze zestiger sprak me aan en bood me een drankje aan. Hij was advocaat op een groot kantoor in Amsterdam-Zuid en in uiterlijk en woordgebruik een echte corpsbal. Hij had zijn zinnen op mij gezet. Ik vond hem grappig, zijn stijl en gedrag maakten hem zo anders en dat intrigeerde me. De verschillen tussen ons vergrootten de aantrekkingskracht.’ Ze werden verliefd en gingen na een tijdje samenwonen in zijn huis op de Keizersgracht. Na vijftien mooie jaren samen besloten ze te trouwen. ‘Helaas sloeg het noodlot toe tijdens onze huwelijksreis. Hij viel om, was vaak verward en bracht veel tijd slapend in bed door. Ik zag meteen dat er iets goed mis was.’

Kom ook bij de Marenteclub!

Het lidmaatschap geld voor alle gezinsleden wonend op hetzelfde adres. Profiteer direct van alle voordelen.

JA, ik word lid

Parkinsonisme

Na onderzoek bleek hij vasculair parkinsonisme te hebben; het gevolg van een hersenbloeding die zijn bewegingsvermogen aantastte. ‘Een enorme schok. Hij kreeg een raar loopje wat me deed denken aan de silly walk van John Cleese; achterover hellend met doorgezakte knieën. En hij werd vergeetachtig. Het parkinsonisme ontaardde in vasculaire dementie, waardoor zijn geheugen en denkvermogen geleidelijk afnamen. Zo’n ziekte vordert snel. Als je er bovenop zit, merk je dat niet. Eerst ontkende ik het, dan dacht ik tegen beter weten in dat het maar tijdelijk was. Je wilt het ook niet zien. Je stelt het uit en bagatelliseert het.’

Permanente zorg

Zijn gezondheid ging snel achteruit. Hij werd invalide en had permanente zorg nodig. ‘Alles veranderde. Het was een flinke omslag in mijn dagelijks leven. Op alle fronten was hij hulpbehoevend geworden. Bij mij ging direct de knop om. Zonder aarzeling besloot ik hem te verzorgen, gedreven door liefde, medelijden en empathie. In het begin kostte het me moeite en twijfelde ik of ik het wel kon. Ik was een ongetrainde verpleegster met weinig geduld. Toch hoefde ik er niet lang over na te denken. Het was zo vanzelfsprekend om voor hem te zorgen en het ging me steeds beter af.’

Florence Nightingale

'Een mens is een vat vol tegenstrijdigheden en ik ben veel vrouwen tegelijk: egocentrische zeurpiet, behaagziek, uitgaanstype, schuldbewuste moeder, dito echtgenote’, zegt Annemarie in haar boek. ‘In de ziekteperiode van mijn manveranderde ik in een liefdevolle zorgzame mantelzorger. Kennelijk maakte zijn situatie de Florence Nightingale in mij wakker’, zegt ze lachend. ‘Ik stond versteld van mezelf, ik wist niet dat ik het in me had. Het ging heel natuurlijk. Ik was zo doortastend en gestructureerd. Tot mijn verbazing merkte ik dat het mantelzorgen mij voldoening gaf. Ik voelde me opeens heel nuttig.’

Grootste liefde

Annemaries echtgenoot bleek geen makkelijke man. ‘Hij plaagde me vaak en deelde regelmatig sneren uit. Voordat hij ziek werd, hadden we regelmatig ruzie. Meerdere malen heb ik op het punt gestaan mijn biezen te pakken. Diep vanbinnen voelde ik dat hij een lieve, gevoelige jongen was, maar dat kon hij niet goed uiten door zijn eenzame jeugd. Daarin vonden we elkaar; mijn ouders waren acteurs en lieten me bij verschillende pleegouders opgroeien.’ Toen hij ziek werd, veranderde hij van een plagende macho in de zachte, aardige jongen die Annemarie altijd al in hem zag. ‘Het onschuldige, lieve achtjarige jongetje van zijn jeugdfoto die op de voorkant van mijn boek staat, kwam tevoorschijn. Daardoor werd het makkelijker om voor hem te zorgen. En doordat hij zijn ziekte zo gelaten en heldhaftig onderging, ben ik steeds meer van hem gaan houden. Hij werd mijn grootste liefde.’

Mantelzorgen

In het begin bleven ze in Amsterdam wonen. Na een paar jaar werd duidelijk dat dat niet langer ging. ‘Dat besef drong vooral door toen hij na een hersenbloeding - en een lang verblijf in het ziekenhuis en een revalidatiecentrum - bedlegerig werd. De zorg werd intensiever en we hadden steeds meer hulpmiddelen en ondersteuning nodig. Ik was de hele dag in touw, rende onze trappen op en af en moest van alles regelen. Ik belde eindeloos naar instanties en verzekeraars. Ons huis vulde zich met allerlei apparaten: een tillift, sta-opstoel, traplift, hoog-laagbed, verhoogd toilet, handgrepen overal, rolstoel, rollators, en nog meer. Chauffeurs van de rolstoeltaxi weigerden vaak te helpen om mijn man van de stenen buitentrap af te tillen. Dat mocht niet volgens arboregels, dus waren we afhankelijk van vrienden, zoons, buren of voorbijgangers. Dat zorgde elke keer weer voor stress. Het was een gedoe.’

Verhuizing

Ze konden er niet meer omheen; ze moesten verhuizen. Gelukkig vond Annemarie een prachtige oplossing in een seniorencomplex midden in Amsterdam. ‘Mijn man verbleef in het woonzorgcentrum op de begane grond en ik betrok een appartement daarboven op de vijfde etage. Een verademing. Zo was ik dichtbij en konden we nog veel samen zijn. Hij kreeg de zorg die hij nodig had en ik een appartement met fantastisch uitzicht over de hele stad.’ Annemarie genoot het meest van ‘s morgens samen koffiedrinken. ‘Dat was onze vaste ritueel. 's Avonds aten we samen en keken we vaak nog wat televisie, waarna ik hem weer terugbracht. Hij vroeg nog regelmatig waarom hij niet bij me mocht blijven slapen. Dat kon echt niet meer, hartverscheurend vond ik dat.’

Schuldgevoel

Annemarie vond het fijn om dicht bij elkaar onder één dak samen te leven. ‘Wat ik wel zwaar vond, was het feit dat ik na jarenlang mantelzorg niet meer meedeed in de buitenwereld. Ik was er altijd voor hem en ik voelde me een beetje gevangen.’ Soms ging Annemarie er even een paar uurtjes tussenuit. ‘Maar dat ging gepaard met zoveel schuldgevoel dat ik er helemaal niet van genoot. Omdat ik hem dan alleen liet. De goedbedoelde adviezen om ook aan mezelf te denken, voelden bijna beledigend. Alsof ik dat niet zelf kon bedenken.’ Zelfs thuis verscheurde het schuldgevoel haar af en toe. ‘Zat ik daar in mijn leuke appartementje en hij beneden in zijn kamer. Achteraf gezien cijferde ik mezelf weg om dat schuldgevoel iets te dempen. Toch heb ik nooit overwogen om niet meer voor hem te zorgen. Dat was absoluut geen optie.’

Mantelliefde

In 2021 moest Annemarie afscheid nemen van haar man. ‘Uiteindelijk werkte niets meer, alles lag stil. Na een lichte beroerte overleed hij in het ziekenhuis. Ik hield zijn hand vast, terwijl hij mooi en rustig weggleed. Het verdriet en de pijn van zijn aftakeling en overlijden hakten erin en lieten diepe sporen na.’ Met rake woorden beschrijft Annemarie in haar boek Mantelliefde haar zware proces op een persoonlijke, eerlijke, lichte en luchtige manier. ‘Het schrijven was soms moeilijk en verdrietig, maar het boek moest er komen. Mantelzorg is een onderwerp dat ons allemaal raakt; iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Mantelliefde, noem ik het, omdat dat zo veel beter klinkt dan mantelzorg. Ik hoop dat het woord in de Dikke Van Dale komt. Zorgen voor een zieke partner kun je namelijk alleen maar doen uit liefde.’