De symptomen van de Katwijkse Ziekte uiten zich vaak op middelbare leeftijd (tussen de 45 en 60 jaar), maar kunnen ook eerder of later naar voren treden.
Het ziektebeloop is van persoon tot persoon zeer wisselend. Ongeveer een derde van de patiënten overlijdt na de eerste bloeding, de overige patiënten krijgen meestal meerdere (kleine) bloedingen die kunnen leiden tot zeer ernstige hersenschade. De gevolgen zijn afhankelijk van de plek in de hersenen waar de bloeding optreedt: van hoofdpijn en braken tot verlamming, niet kunnen praten of volledige coma. Door littekens in het hersenweefsel kan ook epilepsie optreden.
Ook kan er een dementieel beeld ontstaan. Daarnaast kan al voor de eerste (grote) bloeding sprake zijn van cognitieve achteruitgang door bijvoorbeeld kleine bloedingen.
Problemen waar de patiënt mee te maken krijgt, of kan krijgen, zijn: problemen in de motoriek, problemen met praten (woordvindstoornissen), geheugenproblemen, problemen in de aandacht en concentratie en problemen van het deel van de hersenen dat sociaal gedrag regelt (leidt tot ontremming en gebrek aan ziekte-inzicht).